Werkloosheid: “Springplank naar zelfstandige”

Werkloosheid: “Springplank naar zelfstandige”

Tot voor kort mochten werklozen slechts uitzonderlijk een zelfstandige nevenactiviteit uitoefenen. Door de nieuwe maatregel van de RVA ‘Springplank naar zelfstandige’ kunnen werkzoekenden sinds 1/10/2016 gedurende 12 maanden een zelfstandig bijberoep combineren met een werkloosheidsuitkering.

Voorwaarden

Om van dit voordeel te genieten, moet u aan 5 voorwaarden tegelijk voldoen:
– u moet aangifte doen van uw zelfstandige nevenactiviteit, samen met uw uitkeringsaanvraag of voor de start van uw activiteit
– uw werkloosheid mag niet veroorzaakt zijn met het oog op het voordeel ‘springplank naar zelfstandige’
– u mag de nevenactiviteit niet als hoofdberoep hebben uitgeoefend gedurende de afgelopen 6 jaar
– u mag de activiteit niet door derden laten uitvoeren (werknemers/onderaannemers) (tenzij uitzonderlijk)
– u mag het voordeel niet cumuleren met een loontrekkende activiteit of een artistieke activiteit.

Verder moet u:
– in het bezit zijn van een controlekaart
– ingeschreven zijn als werkzoekende (VDAB) (tenzij vrijstelling)
– beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt
– arbeidsgeschikt zijn
– verblijven in België

Omvang voordeel

Het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering wordt verminderd met de inkomsten als zelfstandige, die het bedrag van 13,70 euro per dag overschrijden. Uw uitkering wordt ook verminderd met uw zelfstandig inkomen dat het grensbedrag van 4.274,40 euro overschrijdt.

Einde voordeel

Na de termijn van 12 maanden moet u zich ofwel vestigen als zelfstandige in hoofdberoep (of in bijberoep als u ook loontrekkende wordt) ofwel moet u uw bijberoep stoppen om te kunnen blijven genieten van uw werkloosheidsuitkering.